1- Ken je die ‘grap’ van die zuster die in het Corona Care centrum wilde werken?
“Ken je die grap van die zuster die in het Corona Care Centrum wilde werken? Nou, die ging echt. Vrijwillig, op woensdag 1 april.” Zo begint collega Marieke haar toch wel serieuze verhaal. “Ik ben werkzaam als Eerst Verantwoordelijk Verzorgende bij Vilente Mooi-Land, en ook daar werken de beruchte korte lijnen heel snel: ‘Er komt hier een CCC… wie wil hier vrijwillig werken?’
Ik vrees dat de medewerkers van P&O geschrokken moeten zijn van de snelheid waarmee mijn ingevulde formulier retour kwam: Ja, dat wil ik wel, eigenlijk. Mijn enthousiasme was sneller als de werkelijkheid. Dit had thuis eerst overlegd moeten worden met een geweldige man en 3 kinderen van 10, 12 en 13. ( Oké, en sinds de Belgische corona kat, misschien ook met 2 dikke rode poezenmannen.)
Terechte vragen en zorgen thuis: Zijn er wel spullen dan? Geen idee, komt vast wel. Wanneer moet je gaan werken? Ook geen idee, was anders ook altijd de vraag. Of ik soms gek geworden ben… vrijwillig, of ik wel weet wat ik doe met een gezin thuis. Dat was dus een makkelijk antwoord terug: Ik denk oprecht dat ik op het CCC ‘veiliger’ ben voor Corona als in de goed bevoorrade blauwe dorpsgigant.
Ik heb mogen zien hoe de unit werd omgetoverd. Schoonmaak, Technische Dienst, managers, iedereen heeft bijgedragen. En de hamvraag: ik heb zelf getekend voor ontvangst van alle benodigde persoonlijke beschermingsmiddelen. Eerlijk is eerlijk, er zijn thuis wat harde woorden over gevallen. Daarna volgde een status quo, die snel opgevolgd werd door een geweldige vent die een spatmasker voor me kocht omdat mijn slecht luisterende oren het waarschijnlijk niet prettig vinden om (misschien heel lang) twee brillenpootjes te verdragen.
Kennen jullie de film The green mile? Zo voelde de laatste twee werkdagen op Mooiland: ‘Dead nurse walking…’: Heel veel succes, Sterkte hoor daar, Je gaat wel gemist worden…
Ik mocht per ongeluk getuige zijn van de ontvangst van de eerste patiënt. Dat heeft indruk gemaakt. Twee ambulancemedewerkers in compleet witte pakken, beschermingsbril en mondmasker, en een patiënt met mondmasker. Daarna werd de ambu gedesinfecteerd. Dit was mijn eerste echte Corona realiteit, en ja, ik denk dat ik deze eerste indruk niet snel vergeet. Toch gek, ik stond binnen, op veilige afstand, ramen ertussen, en toch wilde ik snel even psychisch mijn handen wassen daarna.
Mijn nieuwe eerste werkdag, nieuwe gepaste gele werkkleding, nieuwe routines, nieuwe collega’s, zelfde gang als anders. Eigenlijk was veel hetzelfde. Ik ben niet van zomaar in het diepe springen. Ik ben meer het type ‘gelijk het diepe induiken’! Dus, diep ademhalen (met mondmasker) en ik heb een hele lieve dame die soms wat hoest en proest geholpen met douchen zoals ik ook gedaan zou hebben op de gang ernaast. Deze duik had ik nodig: ik heb een hoestende coronapatiënt mogen helpen in een hele natte ruimte. Ik heb vertrouwen in mijzelf, en de persoonlijke beschermingsmiddelen die er (voldoende!) zijn. En ik kan zeggen dat ik een juiste keuze heb gemaakt door hier vrijwillig te gaan werken.
Kennen jullie die grap van die zuster die op 1 april ging werken? Sommige collega’s wel, sommige niet. Maar diezelfde zuster ging 1,5 uur te laat naar huis door een perfect teruggeslagen 1 april grap door de betrokken collega 😊. Opgelucht, maar gierend van de lach reed ik naar huis om te vertellen hoe mijn eerste Coronadag was. En om uit te leggen waarom ze hutspot uit de magnetron kregen, en kant en klare gehaktballetjes in plaats van verse…”