Anders leren vasthouden
Een dag uit het leven van een van de casemanagers dementie bij Vilente
En daar sta ik, midden in je kamer met van alles om mij heen. Het is een enorme rommel. Vandaag staat mij een klus te wachten. Ik zie er best een beetje tegenop, want ik weet niet hoe het allemaal zal verlopen.
Ik moet je naar het verpleeghuis brengen. Je kinderen brengen de eerste spullen voor je nieuwe woning na.
Een maand geleden heb ik samen met je besloten om toch te gaan verhuizen naar een verpleeghuis. Thuis gaat het niet meer. Je laat je eten aanbranden, de achterdeur staat open, terwijl je lekker in je bed ligt en je hebt geen idee van wie er aan je deur staat en laat iedereen binnen. Ook je eigen kinderen herken je soms niet meer of haal je door elkaar. De druppel was dat ik een hele berg bevuilde was tegenkwam, in je douche op de plaats waar je normaal gesproken zou moeten douchen. Diezelfde douche lijkt al wekenlang niet te zijn gebruikt. Je wasmachine staat vol met was. Als ik het deurtje open, komt er een vreselijke geur uit. De hele badkamer ruikt en dit was wat ik eerder al rook als ik binnenkwam. Maar niemand mocht op de bovenverdieping komen. Je wilde geen hulp, je kon het allemaal wel zelf.
Een maand geleden kwam je toch tot de conclusie dat het niet meer kan. We hebben samen gekeken naar de mogelijkheden en alles onder de loep gehouden. Wat gaat er wel en wat gaat er niet goed? Veel herkende je niet, maar ik ben eerlijk geweest naar jou. Je vond het vervelend om te horen, maar uiteindelijk kon je het waarderen.
Een opname kan niet altijd meteen. Eerst moeten alle diagnoses gesteld zijn en op papier staan en de Wet langdurige zorg (Wlz) moet aangevraagd zijn en goedgekeurd. Ook moet er een plekje zijn en dan is de opname daar.
We zijn al weer een tijdje verder en de Alzheimer staat niet stil. Je bent steeds verwarder en achterdochtiger geworden. Je herkent mij als ‘diegene die mij opgenomen wil hebben’ of je noemt mij ‘de bewaker die mij wil opbergen’. Het is vreselijk naar om deze achteruitgang te zien. Maar ik blijf bij je komen en met je praten, ook al scheld je mij de tent uit.
We moeten bijna een ander traject in omdat je niet opgenomen wil worden. Er moet een Wet zorg en dwang (Wzd) aangevraagd worden. De opname stellen we nog even uit. Eerst komt er een toetsing. Gelukkig stem je in met een opname in een verpleeghuis als de medewerkers van het centrum indicatie zorg (CIZ) het jou vragen. Je gaat verhuizen! Als ik je maar breng…
Je bent daar nu 3 weken en je hebt het naar je zin. Ik heb jou en je familie beloofd om langs te komen. Eigenlijk is dat iets wat ik niet kan doen, daar is officieel geen vergoeding voor. Vanuit de zorgverzekering stopt de betrokkenheid van een casemanager bij een opname.
Maar wij moeten allebei een periode afsluiten. Inmiddels kennen we elkaar al een tijdje en hebben al veel meegemaakt. Daarom ga ik op bezoek en het voelt dan ook een beetje als afscheid nemen. Gelukkig kom ik regelmatig langs voor andere opnames en dan praten we even of zwaaien naar elkaar.
Een leidinggevende zei ooit eens tegen mij over kinderen die opgroeien: ‘Je moet ze niet loslaten, het is anders leren vasthouden.’ Zo voelt het nu ook een beetje.. zoeken naar anders vasthouden.
Dit verhaal werd gedeeld in het kader van Wereld Alzheimerdag 2023
Alle personen, relaties en gebeurtenissen in dit verhaal zijn fictief. Gelijkenis met bestaande personen, relaties en situaties berust op louter toeval. Mocht je desondanks bij de gebruikte voorbeelden minder prettige gevoelens ervaren, aarzel dan niet ons hierover te contacten via communicatie@vilente.nl.